|
Het militaire verleden van het Gentse Citadelpark
|
De Bouw van de Citadel van Gent
Geschiedenis
We zetten onze tocht door de Gentse militaire geschiedenis voort vanaf 1814, het ogenblik dat onze streek onder Hollands bewind kwam te staan. Omdat voor de Nederlanders op dat moment de grote vijand nog altijd het Frankrijk van de verslagen Napoleon was, vond in onze regio onder impuls van de Hertog van Wellington in de periode van 1815 tot 1830 de oprichting van de Wellingtonbarrière plaats. Deze barrière bestond uit een aantal grote vestingen gebouwd ten zuiden van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. Het was een vestingsstelsel volledig gericht tegen Frankrijk. In eerste instantie werden hiervoor een aantal oudere verstingen volledig vernieuwd. Daarnaast werden ook een aantal bijkomende vestingen gebouwd zoals onder andere de Gentse Citadel.
Op het grondgebied van de toenmalige Zuidelijke Nederlanden onder Hollands bewind, waren dit de gebieden waar vestingen stonden, deel uitmakend van deze Wellingtonbarrière: Ath, Bouillon, Charleroi, Dendermonde, Dinant, Gent, Huy, Ieper, Liege, Mariënbourg, Menen, Mons, Namur, Nieuwpoort, Oostende, Oudenaarde, Philippeville, Tournai
In onze regio maakten onder andere onderstaande structuren deel uit van deze fameuze Wellingtonbarrière:
|
- De Dendermondse vestingen. (oa de Honky Tonk Jazzclub en de opslagplaats van het Paard van Dendermonde)
- Het Kezelfort bij Edelare (Oudenaarde), nog vrij intakt aanwezig maar volledig op privéterrein gelegen.
- De Ieperse Vestigingen (verder uitgewerkte reeds bestaande fortificaties rondom Ieper – origineel een Frans Vauban fort)
- De kazematten van Menen (eveneens origineel een Frans Vauban fort).
(Foto: maquette van de oude fortificatie van de stad Menen - Bron: Replica) |
|
|
De lokatie van het Citadelpark was niet zo willekeurig gekozen. Het lag zuidelijk van Gent op een vrij hoog gelegen gebied, kortbij waar Schelde en Leie zo goed als samen kwamen te lopen. Het fort werd hier gebouwd met in het achterhoofd de vrees dat de vestingen nabij Ieper en Menen, vrij kortbij de Franse grens, wel eens vrij snel zouden kunnen vallen in de strijd. Hierdoor zou de weg richting Nederland open komen te liggen tussen de Schelde en de Leie. Dan zou de nieuwe Citadel van Gent een verdere doorbraak dienen te verhinderen. De Citadel van Gent lag dus letterlijk op de samenloop van Schelde en Leie, juist voor Gent waar deze zeer kortbij elkaar kwamen te lopen.
Daarbij kwam nog eens dat ten noorden van Gent, op vrij korte tijd, vrij grote inundatiegebieden konden gecreëerd worden in de zone Vinderhoute, Evergem, Mendonk, Wachtebeke, Moerbeke, Stekene en Hulst. Dit zou maken dat op dat moment als de geallieerde troepen zich ten noorden van de Schelde en de Leie en ten zuiden van deze overstromingsgebieden, zouden bevinden, ze ook geen risico liepen in de rug aangevallen te worden. Alles zou onder andere op de strijd van dit fort geconcentreerd kunnen worden.
Dezelfde inundatiegebieden zijn tijdens WOI ook belangrijk genoeg geacht door de Duitsers bij de bouw van de Hollandstellung trouwens.
Daarnaast waren er nog wel wat beperkingen. Zo mocht het fort toch ook niet teveel extra kosten opleveren buiten de eigenlijke bouw. Dus diende men te maken zeker niet teveel niet noodzakelijke onteigeningen te veroorzaken. Hiermee bedoelde men onder andere dat het niet kon dat een gedeelte van de bestaande Kortrijksesteenweg verlegd zou worden omdat deze te kortbij het fort kwam te liggen. Het fort zou in dat geval beperkt aangepast dienen te worden. Ook mocht er door de bouw van het fort zo weinig mogelijk schade of risico ontstaan voor bestaande nabijgelegen bebouwing. Wel kon in overweging genomen worden de vierkante bestaande kazerne nabij de Sint Pietersberg, eventueel te slopen als dit de bouw van het fort zou vergemakkelijken. In dat geval zou men moeten maken dat het verlies van de kazerne kon opgevangen worden door de te bouwen Citadel.
Ook diende men zeer nauwkeurig op voorhand te bepalen hoeveel grondwerken er nodig zouden zijn. Dit om te maken dat de balans van afgraven en te verplaatsen gronden, elkaar zo goed als mogelijk zouden opheffen. Dit om te vermijden dat er teveel grond aan- of afgevoerd zou dienen te worden. Dit omdat dit de haalbaarheid en de kostprijs van de werken zwaar nadelig zou beïnvloeden. Bijkomend zou dit ook qua transport problematisch worden, zo dichtbij de stad Gent zelf.
- Op 1 mei 1819 werd de opdracht gegeven tot de bouw van het Hollandse Citadel van Gent.
- Op 4 oktober 1821 worden de definitieve plannen goedgekeurd.
- De uiteindelijke werken zouden pas starten op 27 mei 1822 omwille van enorme administratieve vertragingen. De bouw zou uiteindelijk gebeuren volgens de plannen van een Nederlandse Majoor van de Genie, Gey van Pittius. De totale kostprijs van het project was voor die tijd geschat op 3.175.000 Florijnen. Daar kwam nog eens 153.250 Florijnen bij voor de aankoop van de gronden en de onteigening en sloop van een aantal bestaande woningen op het voorziene terrein. In eerste instantie omvatten de werken voor die tijd gigantische grondwerken.
- De eerste steenlegging gebeurde pas op 15 april 1823 door Majoor Gey van Pittius zelf. Dit was de uiterste hoekpunt van Bastion 2. De Gentse Citadel werd gebouwd op de lokatie waar eerder het vroegere (eveneens bakstenen) Montereyfort werd gebouwd. Dit was reeds gesloopt in 1782 maar bij de graafwerken voor het nieuwe Citadel zou men nog meermaals op in de grond achtergebleven fundamenten van dit oudere fort stoten, wat de bouw soms aanzienlijk vertraagde. Dit was alvast zo nabij de Courtines tussen bastion 1-2, 4-5 en 5-1. Deze restanten werden in het algemeen wegens zeer moeilijk te ruimen, verwijderd door ze te dynamiteren. Wat dan zeker omzichtig moest gebeuren omwille van de nabijgelegen stad Gent.
- In 1824 kwam voor de vestingswerken die nabij Gent gebeurden nog een slechte evolutie voor de Nederlanders. Door het verder uitbouwen van het kanaal Gent-Terneuzen, werden daar onder andere de fortificatie van Fort Rodenhuizen, ten noorden van Gent, zwaar bedreigd naar hun toekomstig nut en werking toe. Gezien de stad Gent meer interesse had in de industriële uitbouw van die waterloop, was dit wel een tegenvaller binnen het geheel van de hier in uitvoering zijnde werken. Er werden al vrij snel bijkomende plannen voorzien om eventueel beperkte fortificaties te voorzien nabij Terdonck en Langerbrugge om de beide oevers van het kanaal Gent-Terneuzen en de nabijgelegen Sassevaart te kunnen blijven garanderen. Geen van deze werken is ooit later nog uitgevoerd.
- Ondanks de tegenspoed op het bouwterrein van de Citadel was al het metselwerk uitgevoerd tegen de zomer van 1826 op uitzondering van een aantal beperkte structuren waarover op dat moment nog geen duidelijkheid bestond. Dit betroffen een 4 tal bakstenen torens in een van de ravelijnen waar men wou voor die beperkte zaken afwijken van de originele voorziene plannen. Dit had onder andere te maken met het aansluiting van het Fort met de zware muren die bijkomend het Fort zouden verbinden met enerzijds de Schelde en anderzijds de Leie.
- Op 20 augustus 1826 begint men de sloop van de Heuverpoort, wat zou duren tot 18 Februari 1827.
- Vanaf 1826 ontstonden ook de eerste problemen om de bouw van de Citadel gefinancierd te krijgen. De meerwerken en aanpassingen begonnen hun effect te tonen op het totale kostenplaatje. Dit zou problematisch beginnen worden en blijven tot in 1829.
- In 1827 werden een aantal schuilplaatsen nabij de Halve maan van de Ravelijn tussen bastion 5 en 1 omgevormd tot Kazematten. Ook dit was allicht te koppelen aan de muur die werd opgetrokken vanaf het fort richting Schelde.
- Daarnaast was de winter van 1826-1827 zeer hard. Hierdoor ontstonden in het fort waterinsijpelingen. Deze insijpelingen ontstonden doordat in de dikke laag grond die bovenop de structuur lag, enorm veel water opgeslagen werd, die geleidelijk uitzakte. Bij vorstweer kon dit effect nog sterk verergeren omdat dan ook afvoerstelsels die aanwezig waren, totaal verstopten en het water op de duur geen andere kant meer vond dan in het fort binnen te dringen. Om dit te verhelpen werden in totaal 345 afvoerbuisjes van 10 cm diameter geboord in de zijwanden. Deze werden verbonden met stijle afvoergoten (puisards) om zo het overtollige water af te voeren naar buiten. De uitvoering van deze werken diende extra te worden goedgekeurd en gebudgeteerd, wat ook gebeurde.
- Daarnaast waren er ook nog een aantal bijkomende uit te voeren aanpassingen, onder andere te koppelen aan de verdediging van de twee verbindingsmuren tussen het fort en de Leie en de Schelde. Dit omvatte onder andere beperkte aanpassingen in een aantal bastions om telkens een 4 tal stuks artillerie te kunnen richten langs deze wanden vertrekkend vanaf het fort. De eerder vermelde laatste discussiepunten zullen uiteindelijk pas uitgeklaard worden in de lente van 1828 waarna de andere werken opnieuw konden worden verdergezet.
|
- In de loop van 1830 wordt de oude en reeds sterk in verval zijnde kazerne van de Kantienberg al gedeeltelijk gesloopt omdat deze het zicht en schootsveld van de nieuwe Gentse Citadel belemmerde. Een gedeelte zal nog blijven dienst doen tot rond 1899 ook de laatste restanten uit het stadsbeeld zullen verdwijnen.
|
|
|
Oude foto met laatste slopingen van de oude kazerne op de Kantienberg anno 1899 (Collectie Wim Thienpont)
- 18 Augustus 1830. De artillerie en de steenwerpers die bedoeld waren opgesteld te worden in de Nieuwe Gentse Citadel en op dat moment nog opgeslagen stonden in wat toen nog restte van het fameuze Spanjaardenkasteel, worden verhuisd naar de nog in opbouw zijnde Nieuwe Citadel.
- De werken vallen echter in september 1830 opnieuw stil omwille van de Belgische revolutie (onafhankelijkheidsverklaring ten opzichte van de Hollanders). De Citadel is op dat moment voor het grootste gedeelte afgewerkt maar toch ontbraken nog wel een aantal zaken.
- Er diende nog een gedeelte van de ravelijn voor het front 3-4 afgewerkt te worden.
- Er dienden ook nog een aantal bakstenen bijgebouwen afgewerkt te worden.
- De plaatsing van de dubbele buitenpoorten aan elk van de 5 toegangen in de courtines, was pas voorzien in 1831 en werd dus nooit uitgevoerd zoals origineel voorzien..
- Daarnaast ontbraken onder andere ook nog alle bruggen in het fort op de twee bruggen aan de courtine tussen bastion 1 en 2 en deze tussen bastion 3 en 4 na. Alle 15 andere loopbruggen alsook nog 5 kantelbruggen ontbraken nog allen. Deze waren pas voorzien om te plaatsen in 1832.
- Op 1 Oktober 1830 bij de Belgische onafhankelijkheid, wapperde de Belgische vlag al op het Gentse Belfort. Een groep van Burgerwacht omsingelde vrij kort nadien de Citadel in opbouw.
- Op 2 Oktober 1830 breekt vrij eenvoudig een Hollands Garnizoen van 2800 soldaten van de Verenigde Nederlandse troepen onder leiding van Kolonel Destombes doorheen de barricades van de Burgerwacht. Vrij snel daarna bezetten ze de nog gedeelteijk in opbouw zijnde Citadel. Meer in detail bestonden deze troepen toen uit onderstaande eenheden:
- De volledige 17e Afdeeling onder bevel van Kolonel Bogelaer. Hiervan waren enige onderofficieren en de helft van de officieren Belgen. In totale grootte 1900 man sterk.
- Een bataljon van de 5e Afdeeling, 600 man sterk en aangevoerd door een Belgische Kapitein Langerok.
- Een Batterij artillerie, allen Belgen behalve de officieren, onder leiding van Kapitein Kuypers.
- Een kleine groep van de 8e Huzaren, onder commando van Kapitein Delfosse, allen Belgen.
- De Staf van het Territoriale commandement der provincie en de vesting Gent (in opbouw).
- Deze worden nog aangevuld met 120 man die nog die dag in Gent aankomen en de dag voordien waren verjaagd door Belgische patriotten uit het fort te Oudenaarde (Het Kezelfort)
- Het fort bevatte zoals eerder gemeld wel al de nodige artilleriestukken maar nog totaal niets van munitie of kruit. Ze trekken bijkomend nabij de toegangen staketsels op om zich achter te verschansen.
- Op 3 Oktober 1830 gaan heel wat soldaten van de 17e Afdeeling aan het muiten. Ze willen de Citadel verlaten.
- De muiterij die is ontstaan leidt er toe dat Majoor Gey Van Pittius (originele ontwerper van de Citadel) weet te onderhandelen tot de situatie dat op 4 Oktober 1830 de aanwezige muitende Belgen officieel de opdracht krijgen op de kade een schip met stro te gaan lossen. Ze mochten hiervoor ongewapend het fort verlaten. Allicht zag hij dit als een kans van de muiters van af te geraken en op die manier de gemoederen te bedaren. Er keert zoals verwacht van deze 240 Belgisch gezinde officieren en soldaten niemand terug naar het fort.
- Enkele uren later start een tweede en veel grotere muiterij van een 1000 tal Belgische soldaten. Ze dreigen er mee de toegangspoort onder de voet te lopen en eveneens zo het fort te verlaten. Men weet ze echter in bedwang te houden door 8 meegebrachte kanonnen op hen te richten wat de gemoederen opnieuw wat laat bedaren. Voor de Hollanders is de situatie echter onhoudbaar in het Fort op deze manier.
- Op 5 Oktober 1830 wordt opnieuw 240 man van de muiters uit het fort gelaten onder het mom van Corvée. Ook deze uitgestuurde soldaten kwamen zoals verwacht niet meer terug en voorlopig bleek hiermee de ernstigste muiterij gestopt.
- Toch verslechte de situatie. In het fort diende te worden vastgesteld dat de waterputten werden vervuild en de koorden van de erbijhorende ophaalemmers werden doorgesneden. De voorraad in het fort aan voedsel was zeer beperkt en bestond al snel enkel nog uit brood en "slecht" vlees.
- Op 11 Oktober 1830 arriveert er bijkomend aan het Fort een Frans vijwilligerskorps van de Pontecoulant. Deze bezetten eveneens vrij snel na hun aankomst posten rondom de door de Hollanders bezette Citadel. Langs de stadskant wordt nog altijd hetzelfde gedaan door de Belgische Burgerwacht en Belgische patriotten.
- Er ontstaan al vrij snel nadien de eerste schermutselingen tussen Hollandse schildwachten en Franse patriotten.
- Op 12 Oktober 1830 krijgen een aantal Hollandse officieren serieus twijfels over de mate waarop ze nog kunnen vertrouwen op hun eigen aanwezige troepen. Men begint te overwegen met de omsingelende troepen buiten het fort te overleggen over een optie om het fort te kunnen verlaten.
- Op 16 Oktober 1830 wordt een Majoor van de infanterie, De Haan, als onderhandelaar naar buiten gestuurd om te onderhandelen met de Belgische Divisiegeneraal Duvivier. Hij dient hierbij door een opgewonden menigte volk door te gaan tot op de Kouter in Gent waar het Belgische commando zich had gevestigd. Ondanks het risico wordt de Kouter veilig bereikt.
- Dit leidt kort nadien op 17 Oktober 1830 tot vervolgonderhandelingen tussen Kolonel Destambes en Generaal Duvivier op de Glacis van het Fort. De Hollanders onderhandelen er een overgave waarbij wordt bekomen dat ze in de nacht van 18 op 19 Oktober 1830 het fort zullen verlaten. Het wordt hen eveneens toegelaten dit te doen met inbegrip van het behoud van hun wapens en pakgoed, de archieven van de 3e Artillerie, de fortificatie-directie en de Staf.
- In de nacht van 18 op 19 Oktober 1830, een uurtje voor het opkomen van de zon, rijden de Hollanders buiten onder het vaandel van de 17e Afdeeling, 4 geladen stukken artillerie meevoerend. Ze zijn ongeveer nog met een kleine 700 man in totaal.
- Aan Dampoort wordt de colonne echter halt gehouden omdat daar de stadspoort is afgesloten. Een aantal daar aanwezige commissarissen van de voorlopige Belgische regering eist dat de nog onder hen aanwezige "Belgische" Huzaren ook opnieuw rechtsomkeer zouden maken, terug naar de Hollandste Citadel dus. Onder dreiging van 2 van de 4 meegenomen stukken geschut, wordt de poort dan toch geopend en rijden allen inclusief de aanwezige Huzaren door richting Antwerpen.
- Op 22 Oktober 1830 zullen deze Hollandse troepen het Nieuwe België verlaten via de stad Antwerpen.
- De komende 14 dagen dienden de resterende achtergebleven Belgische soldaten, een kleine 1600 man, de Citadel verder te behouden. Dit was een deel van de afspraak van de kapitulatie van de Hollanders. Allicht om te vermijden dat ze ogenblikkelijk de terugtrekkende Hollanders zouden proberen bij te benen. De Stad Gent diende hen hierbij van levensmiddelen te voorzien want de voorraden waren op dat moment nog amper voldoende voor 1 of 2 dagen. Vrij kort nadat de Hollanders de Citadel hadden verlaten, werden de Belgen vervoegd door de Belgische Burgerwacht.
- Reeds op 26 Oktober 1830 besliste het tijdelijke bestuur in Brussel dat de soldaten die eerst de troepen van de Verenigde Nederlanden hadden verlaten en nog deels in de Citadel aanwezig waren of enkele dagen voordien gedeserteerd waren, terug zouden worden opgeroepen en omgevormd in Belgische eenheden. De eenheden die hierbij afkomstig waren van de Vroegere Nederlandse 17e Afdeeling, werden opnieuw te Gent geposteerd en kregen de naam "Regiment de Gand". Dit werd heel kort nadien het 9e Linieregiment. Ook nog in Gent nabij het Pesthuis (latere Hollainkazerne langs de Lange Violettenstraat) werd de grote Cavaleriekazerne van de 2e Jagers te Paard opgericht.
- Vanaf 1831 voltooit de Belgische Genie de Citadel om deze gebruiksklaar te krijgen. Het Belgisch leger betrekt vanaf dan voor 12 jaar, zonder onderbrekingen, de nieuwe nooit volledig afgewerkte Citadel van Gent. Deze zal steeds minimum bezet worden door 1 Infanteriebataljon.
- In praktijk zouden in eerste instantie van de Courtines enkel de bovenverdiepingen gebruikt worden als manschappenverblijven. De kelderverdiepingen werden benut als magazijnen en bv ook om ze te gebruiken als cachotten.
- Bij de Belgische onafhankelijkheid in 1830 was het Citadel reeds zijn grootste originele bestaansrecht verloren door het vertrek van de Hollanders, voor wie het een feitelijk nut had als de bescherming van het huidige Nederland tegen Frankrijk. Daardoor bleek toen de Citadel reeds achterhaald en voorbijgestreefd. De militaire functie zou toen reeds beperkt worden tot een infanterie- en artilleriekazerne. Er is in feite dan al geen sprake meer van de functie van een Fort waar het ooit werd voor gebouwd.
Het beperkte gebruik van de intacte Citadel als kazerne
- Pas op 1 Februari 1839 zou Willem I de XXIV artikelen onderschrijven zodat het nieuwe België definitief onafhankelijk werd van Nederland. Vanaf dan zouden de Belgische ondertussen gevormde legereenheden de Belgisch Nederlandse grens vlotter kunnen ontruimen en terugtrekken op de meer in het binnenland gelegen kazernes. Ze zouden ook allen meer specifieke kantonnementen krijgen toegewezen vanaf dat moment.
- Ook uit deze periode dateert de grote houten barak die midden op het middenplein van de Citadel werd gebouwd. Deze deed functie als manege, stapelplaats voor pakwagens, een droogzaal en opslagplaats.
- Vanaf 11 juli 1845 circuleren er in Gent al petities om de nog maar gloednieuwe Citadel af te schaffen als officieel Belgisch Fort. Helaas ziet het Stadsbestuur zelf niet veel mogelijkheden om dit effectief verwezenlijkt te krijgen en blijft dit bij beloftes maar weinig effectieve plannen.
|
- Op 29 januari 1849 gaat het linker buskruitmagazijn van Bastion 5 (in het rood aangeduid) de lucht in. Een Onderluitenant-Garde der Artillerie, een zekere Bernard, had zich van het leven beroofd door in dit buskruitmagazijn 65 vaten buskruit in de lucht te laten vliegen. Door zijn wanhoopsdaad vonden nog twee andere militairen ongelukkig de dood. Nog een 15 tal anderen geraakten gewond. Incidenten zoals dit hadden niet meteen een goede invloed op het al sterk ter discussie staande fort als dit. Het fort was vrij kort na zijn in gebruikstelling al zwaar ter discussie komen liggen omdat het zo dicht bij de Gentse stadskern lag.
|
|
|
- Men mag niet vergeten dat men door een fort zoals dit, eventueel oorlogsgeweld naar de stad zelf zou toetrekken, in plaats van het er net van weg te houden.
- Vanaf 1860 worden de Gentse stadsgrachten omheen de stad gedempt. Dit is een van de tekenen waarmee de stad Gent al duidelijk maakt, zijn militaire verleden te willen achterlaten. Het zal perfect samenlopen met de zeer nabijkomende eerste faze van de sloop van de Hollandse Citadel.
- In een studie van 1863 zou de vestingsdeskundige Luitenant Kolonel Brialmont, de Citadel reeds als militair nutteloos beschrijven bij een grote militaire overrompeling omwille van zijn ligging zo dicht bij het centrum van de stad Gent.
- Op 22 april 1870 kon op basis van een voorontwerp van burgemeester Charles De Kerckhove met de militaire overheid tot een compromis gekomen worden voor de definitieve buiten gebruikstelling van de Citadel van Gent. Het integrale fort zou op termijn overgekocht worden door de Stad Gent.
- Dit akkoord wordt door beide partijen getekend op 25 april 1870.
- Op 9 juli 1870 worden de gebouwen die niet meer gebruikt gingen worden door de Dienst Domeinen overgedragen aan de Stad Gent. Er wordt echter al 6 dagen na dit besluit teruggekomen op deze overdracht wegens het uitbreken van de 1eFrans-Duitse oorlog.
- Het Belgische leger mobiliseerde namelijk volledig als reactie op een conflict van Duitsland met Frankrijk. De Duitsers wilden een aantal grensgebieden aansluiten bij Duitsland. België op zijn beurt vreest dat of Frankrijk of Duitsland het neutrale België zouden willen gebruiken om elkaar te belagen. Dit is uiteinlijk tijdens deze korte oorlog van beide partijen nooit gedaan.
- Op 28 januari 1871 werd een Frans - Duitse wapenstilstand bekomen en ondertekend in Versailles. Hierdoor gingen voor Frankrijk de Elzas en Metz verloren en deze werden alvast tijdelijk Duits.
- Op 7 maart 1871 wordt de eerdere afspraak tussen de Stad Gent en de militaire overheid definitief afgehandeld. Vanaf deze datum zal de geleidelijke sloop van deze gigantische structuur aanvatten.
Beschrijving van de structuur
Algemene omschrijving
- Het globale uitzicht van deze vrij gigantische structuur was deze van twee over elkaar gekruiste sterren met 5 punten. Hierbij was het geheel opgebouwd rond het centraal plein.
- Het ganse fort omvatte op dat moment een terrein van 43 hectare 67 are 68 ca en had een buitenomtrek langs de buitenwallen van 2.5 km. De omtrek van het binnenplein bedroeg maar liefst 800 meter. Het binnenplein had dus een diameter van meer dan 250 meter.
- Ter info: 1 hectare is ongeveer 1.4 voetbalpleinen. Dit wil zeggen dat dit totale fort maar liefst 60 voetbalpleinen groot was.
- Om in het Fort alle ruimtes de doorwandelen, zou men een totale afstand dienen af te leggen van 7.7 km.
- Voor de totale bouw van het fort was er 200.000 el³ baksteen nodig. Dit komt neer op 68.600 m³ metselwerk. Om u een idee te vormen, dat is dus een vierkant van 100 meter op 100 meter en bijna 7 meter (6.90 meter om juist te zijn) hoog.
- De kleinste basisstructuur waaruit dit fort was opgebouwd, waren kazematten. Een kazemat is een bakstenen troggewelf met in dit geval standaardwanden met een dikte van 70 a 80 cm. Bovenop dit boogvormig metselwerk bevond zich nog eens een laag grond van minimum 2 meter dik tegen projectielinslagen. Dat was ongeveer de dikte die beschouwd werd om te kunnen weerstaan tegen de artillerie van toen.
- Rond het centrale plein stonden 5 bastions.
- De basisstructuur met de 5 bastions diende in feite een regelmatige vijfhoek te vormen maar om die structuur te kunnen bouwen, had een gedeelte van de Kortrijkse steenweg beperkt aangepast moeten worden, wat niet werd toegelaten voor de bouw. Dit maakt dat de structuur geen mooie gelijkmatige 5 hoek kreeg als basisstructuur.
- Deze bastions waren onderling verbonden met courtines. In oudere teksten ook fronten genoemd. Het front tussen bastion 1 en 2 wordt omschreven als front 1-2.
- De bastions waren ongeveer 6.3 meter hoog. Het niveau was gelijk met dit van de bovenste verdieping van de Courtines.
- In elk bastion waren 2 Pulvermagazijnen voorzien die elk 25000 Nederlandse Ponden aan kruit voor het geschut konden bevatten. Dit zal ongeveer overeengekomen hebben met elk 12.5 ton kruitopslag.
- Voor de wanden van de bastions bevonden zich grachten van 3.5 meter breed en bijna 7 meter diep. Dit was nog altijd een kleine 2.5 meter hoger dan de hoofdgracht voor de Courtines.
|
- Midden in de courtines waren poortgebouwen voorzien. De hoofdtoegangen waren afgesloten door een klepbrug die tevens ook dienst deed als buitendeur.
- De hoofdingang van het centrale plein liep door het front 1-2 (courtine 1-2) alhoewel tot op de dag van vandaag nog altijd niet 100% duidelijk is hoe de originele hoofdtoegang ooit bedoeld was om uitgewerkt te worden.
Rechts: Situatieplan origineel Citadel - Collectie Stadsarchief Gent. |
|
|
- De totale hoogte van een dergelijke Courtine was met zijn 2 niveaus vanaf het niveau van de droge gracht 15 meter. Tot een hoogte van 9 meter was dit uitgemetst met baksteen. Daarboven was dit volledig uitgewerkt in ophoging met grond bekleed met gras dat uitgewerkt was in taluds. Volledig bovenop het hoogste stuk van de courtine bevond zich dan nog een borstwering en walgang.
- De Courtines besloegen in totaal 525 lopende meter van de totale binnenomtrek van 800 meter van het binnenplein.
- Courtine 1-2, omvatte de hoofdingang van het fort. Deze ingangspoort omvatte als enige wachtlokalen. Dit was het enige van de courtines waarbij de resterende kazemattenruimte hierdoor slechts 15 meter diep waren omdat een gedeelte van de diepte ervan werd ingenomen door deze wachtruimtes. De andere courtines waren 26 meter diep.
- De structuur van het ganse fort was standaard op 1 niveau uitgewerk, enkel ter hoogte van de courtines vindt men 2 verdiepsstructuren.
- De 2 verdiepingen van de courtines waren van elkaar gescheiden door een houten vloer.
- De slaapplaatsen voor de soldaten waren te zoeken in de kelderverdiepingen van deze Courtines en er diende geslapen te worden op stro, op de vloer. Pas in een latere bouwfaze werd beslist deze slaapplaatsen allicht van een soort plankenvloer te voorzien zodat niet op de baksteen vloer zou dienen geslapen te worden. Officieren kregen kamers boven het maaiveld in bastion 3.
- Het niveau van de bovenste ruimtes, stak 70 cm uit boven het niveau uit van het binnenplein.
- De buitenomwalling bovenaan de Courtines en de Bastions waren ruim genoeg om om totaal 3000 infanteristen naast elkaar te kunnen opstellen ter verdediging van het fort.
- De trappengallerijen naar de kazematten beneden in de courtines, vertrokken vanaf de bastions.
- Het niveau van de benedenverdieping stak dan opnieuw nog beperkt uit boven het niveau van de droge gracht aan de buitenzijde.
- Rondom het geheel van de bastions en courtines liep een droge gracht. Dit waren in feite varianten op de slotgrachten van vroeger maar in dit geval dus droog uitgewerkt. Deze droge grachten waren op hun breedst 20 meter breed en 5 meter diep. Vanuit deze droge grachten kon men onmogelijk op het binnenplein van het fort geraken gezien de toegangsbruggen op het 5 meter hogere niveau waren gelegen. Ook lag men in dit gebied permanent in de vuursector van kruisend kanonvuur uit kanonkazematten uit de bastions en schietgaten voor geweren vanaf de courtines.
- De droge grachten voor de courtines waren 20 meter breed. Enkel deze aan bastion 5 was maar 14 meter breed.
- Kanonkazematten waren goed verlucht om bij het schieten te maken dat de dampen van het schieten niet te fel bleven hangen in de kelders. Bijkomend werden daarom ook naast het schietgat voor het kanon, 2 schietgaten voor geweren voorzien alsook een rookgat in de achterwand.
- Rechtop de poortgebouwen in de courtines kwam men uit op de Ravelijnen. Dit waren vooruitstekende hoger gelegen punten die extra de courtines en de flanken van de bastions dienden te beschermen. Ook de Ravelijnen waren nogmaals omgeven door een smallere droge grachten. Ook deze droge grachten werden door middel van flankeringsschietgaten beschermd met kanonnen om mogelijk indringers af te schrikken of uit te schakelen.
- Nabij de punt van de Ravelijnen bevond zich steeds ook nog een kruitmagazijn, ook telkens nog eens goed voor een 3.5 a 4 ton kruit.
- Achteraan de Ravelijnen, kijkend op de Courtines, bevonden zich de 5 Demi-Lunes. Om deze te bereiken, werden er in totaal 15 kantelbruggen voorzien.
- De grootste en hoogste ravelijnen bevonden zich tussen bastion 2-3, 3-4 en 4-5. Dit was omdat deze ravelijnen gericht waren op de stadsgedeeltes. Hogere ravelijnen zouden in dat geval gebouwen in de buurt beter beschermen tegen schade bij eventuele strijd.
- Alle ravelijnen bevatten gemetste gebouwen en torens. Deze waren ingericht voor het gebruik van steen- en kogelmortieren.
- Vanuit de ravelijnen kon ook met eigen geschut gevuurd worden op bv eerder gevallen bressen in eigen courtines of bastions.
- Doordat het ganse fort grotendeels verborgen zat achter een glacis (een oplopende heuvel van grond) kon men zolang men niet op de top van dit glacis stond, weinig of niets zien van de bakstenen structuur die er achter was gelegen.
- Aan de bovenzijde van de glacis bevond zich ook rondom een 10 meter brede weg die op zijn beurt nog 2.5 meter onder de top van het glacis liep. Dit maakte dat men zich bovenaan het glacis nog kon verplaatsen zonder van buiten het fort gezien te worden.
|
|
Origineel metselwerkplannen van het Citadel van Gent - Collectie Stadsarchief Gent. |
|
Detail van de bovenkant van het centrale gedeelte van de Courtines en de bijhorende bastions - Collectie Stadsarchief Gent |
|
|
Detail van de kelderverdiepingen van de verschillende Courtines - Collectie Stadsarchief Gent |
|
- Volgens "Het Journal des sciences militaires" uit maart 1841, kon de Gentse Citadel tot 10.000 manschappen vestigen.
- De eigenlijk bouwheer Gey van Pittius, zwakte dit al af tot 6.000 man in zijn eigen schrijfsels en bedenkingen over de Nieuwe Citadel.
- De gebouwen die als Kazerne werden gebruikt bevonden zich in de centrale ring, rond de binnenplaats in de Courtines en kanten aan de binnenzijde van de Bastions. Als men in die beschikbare ruimtes elke soldaat 1 m² slaapruimte zou voorzien, slapende op stro, zou men op die manier nog maar een 5.500 te slapen hebben kunnen leggen binnen dit gedeelte van de Citadel.
- Dan werd er in deze berekening ook nog van uitgegaan dat de infirmerie, bakkerij, magazijnen en alle andere plaatsen van algemeen nut, niet in deze ruimtes te zoeken zouden zijn maar ondergebracht nabij de kanonkelders van de Bastions en in de Ravelijnen, wat zeker niet het originele concept zal zijn geweest. Bijkomend zal de ruimte gebruikt door officieren allicht wel iets groter gerekend mogen worden dan 1 m² stro per officier...
- Dit maakt dat deze Citadel in praktijk maximaal plaats zal geboden hebben aan een 5.000 tal manschappen, wat ongeveer de helft is van de 10.000 die eerst werden verondersteld.
- Binnen dit gigantische bakstenen fort waren er ook nog
- specifieke buskruitopslagplaatsen. Wat op deze manier in het fort kon opgeslagen worden aan kruit was vrij indrukwekkend:
- 2 grote buskruitmagazijnen in elk bastion (in totaal dus 10 stuks), telkens goed voor 12.5 ton buskruit
- 10 kleinere depotmagazijntjes bij elk de kanonkelders van elk bastion, telkens goed voor 2.5 ton buskruit.
- 9 magazijnen in de Reduits van de Demi Lunes (achterzijde van de Ravelijnen, kijkend op de Courtines), goed voor elk 1.5 ton buskruit.
- Nabij de punten van de Ravelijnen, was er telkens ook een kruitopslag van een 3.5 a 4 ton.
- Het totale fort kon dus op die manier in totaal 183.5 ton buskruit bevatten. Let op, de originele teksten van Guy Van Pittius bevatten alle hoeveelheden in Nederlandse Ponden (ongeveer een halve kg). In oudere en recentere artikels gaat men dit vaak dan klakkeloos overnemen en de eenheden wijzigen in kg. Let op want dan worden alle hoeveelheden ongeveer dubbel zo groot voorgesteld dan ze origineel waren.
- specifieke wapenopslagplaatsen
- een hospitaal
- keukens
- stallingen voor 158 paarden
- ...
- Alleen dient u zich al deze voorzieningen voor te stellen in de vorm van boogvormige bakstenen kazematten. In feite was dus de opbouw van een paardenstal dezelfde als deze van een keukenruimte met dat verschil dat in de paardenstal, de wanden allicht deels afgeslagen zullen geweest zijn met houten panelen en houten scheidingswanden en in een keuken deze bekleed geweest zullen zijn met bv faiencesteentjes.
- De Citadel is echter nooit bezet geweest met de manschappen waar het voor voorzien was. De grootste bezetting heeft het fort gekend in de periode dat België zich onafhankelijke verklaarde van Nederland.
- In de periode 1829-1830 zouden er ongeveer 2200 à 2600 soldaten gekazerneerd geweest zijn.
- De leefomstandigheden waren er erbarmelijk
- Er was nauwelijks enig comfort. Soldaten dienden heel vaak te slapen op stro op de vloer van eigenlijke bedden waren er meestal niet.
- Er was heel vaak onvoldoende voedsel voor zowel de soldaten als de paarden.
- Het fort werd dan ook massaal geplaagd door ziektes.
- Na de Belgische onafhankelijk waren dit enkele punten van kritiek van de eigenlijke ontwerper van het fort, Luitenant Kolonel Ingenieur Guy van Pittius:
- Het fort zou door zijn bouw het risico kunnen lopen, ondanks dat er inwendig een grote legermacht aanwezig was, door een kleinere groep belagers, volledig opgesloten te geraken binnen zijn muren zodat ze op de duur wel zouden moeten hun stellingen verlaten.
- Na de Belgische onafhankelijkheid werd op het centrale plein een grote houten loods gebouwd. Dit ontnam het fort een groot deel van zijn waarde en afschrikeffect volgens hem.
|
|
Fraaie actuele schets van de volledige Hollandste Citadel anno 1830 (Schets: David Ross). Leuk is ook dat de schets enkel de bijhorende straten toont die ook toen al bestonden rondom het fort. Dit waren aan de westkant de Overpoortstraat en aan de oostkant de Kortrijksesteenweg. Ook leuke weetjes en zichtbaar op deze schets zijn de aanwezigheid van een kazerne dichtbij de Citadel. Dit was wel voor alle duidelijkheid nog niet de huidige Leopoldkazerne want die bestond toen nog niet. Wat je getekend ziet is de oude kazerne van de Kantienberg. Deze zou echter sinds die datum ook steeds beetje bij beetje worden gesloopt om rond 1899 volledig uit het stadsbeeld te verdwijnen. Bijkomend zie je ook goed de aanwezigheid van grote muren die de Citadel enerzijds verbond met de oever van de Schelde via de Sint Pieters Heuvelpoort en anderzijds de Leie via de Kortrijksepoort. De muur naar de Schelde toe vertrok vanaf Bastion 2 en was 70 cm dik en 2.80 meter hoog. Deze in de richting van de Leie vertrok vanaf de ravelijn tussen bastion 1 en 2 en was 70 cm dik en 4.20 meter hoog. Ook deze muren waren aan het zicht onttrokken door bermen grond zodat de muur op zich vanaf vijandelijke kant niet zichtbaar was en er dus een soort van gracht tussen een aarden wal en een vrij hoge muur onstond die vanaf de kant van het fort telkens onder vuur genomen kon worden door telkens 4 stukken artilleriegeschut.
Hieronder enkele originele details van de bouwplannen uit 1819 te vinden in het Gentse Stadsarchief - (Foto's Collectie G. Mineur). Dit zijn details identiek met wat u hierboven kan zien, maar uit de originele plannen.
|
|
|
|
|
Volledig bovenaan: Bastion 2 - Ravelijn 2-1 - Bastion 1. De Courtine achter deze Ravelijn is dus het huidige nog bestaande poortgebouw. / Midden links: Ravelijn 1-5. Heden is dit de hoogste stuk van het park waar ook de bunker onder het Citadelpark is te zoeken / Midden rechts: Bastion 5 dat heden nog gedeeltelijk bestaat / Onder: Bastion 3 - Ravelijn 3-4 - Bastion 4
|
Enige nadere uitleg bij de toch complexe structuur qua verschillende niveau's
- Ondanks dat er altijd sprake is van een eenlaagsstructuur, behalve ter hoogte van de courtines waar er ook een kelderverdiep was, zat dit fort "zeer" ingewikkeld in elkaar qua onderliggende niveau's. Zo dienden namelijk kanonkazematten perfect gepositioneerd te zijn op bv de droge grachten om deze correct onder vuur te kunnen nemen. Idem voor de schietgaten vanuit de Courtines, aansluitpunten op bruggen,...
- Dit alles maakt dat u intern in de structuur enorm veel te maken kreeg met bergop, bergaf, trapje op, trapje af.
- Onderstaande schetsen zullen u een beter idee geven over hoe de structuur er meer in detail moet hebben uitgezien met inbegrip van deze niveauverschillen.
|
Alle hieronder getoonde schetsen zijn terug te vinden in het Gentse Stadsarchief. Gedetailleerdere uitleg over de bedoeling en opbouw van het fort kan teruggevonden worden in een originele tekst over dit fort van de hand van de ontwerper Gey van Pittius Alleen is dat wel degelijk voor voor experten om de inhoud daarvan vlot te kunnen snappen. Daarvoor is ook mijn kennis van dit types van vestingen te beperkt. |
|
-
Doorsnede AB (links) maakt een doorsnede doorheen het bastion 3.
-
Doorsnede CD doorsnijdt enerzijds de courtine 3-4 en de Halve maan erachter gelegen. (2e volle schets daaronder). "De halve maan" is het verdedigingswerk aanwezig op de Ravelijn.
-
Doorsnede EF is een detaildoorsnede.
|
|
- De bovenkant van de bakstenen structuur was grotendeels bedekt met grond. Dit moest enerzijds de structuur beschermen tegen projectielinslagen en anderzijds het geheel zoveel mogelijk aan het oog proberen te onttrekken. Doordat deze structuur zelfs beplant werd, was vanop een afstand niet zo geweldig veel van het fort zichtbaar.
- Om u een beter zicht te geven op deze toch ooit gigantische structuur, ooit gebouwd in Gent, zijn onderstaande gevelzichten altijd leuk en verbazend.
|
|
Schets AB geeft het gevelzicht van de courtine 3-4, de verbinding tussen bastion 3 en 4. |
|
Schets CD geeft ons zicht op Bastion 4. Omdat de eigenlijke schets niet zo eenvoudig te interpreteren is, is de bijhorende potloodschets van de hand van Mr Ghislain Mineur heel leuk en verduidelijkend als aanvulling. |
|
Schets EF toont ons "La Gorge" van Bastion 4. De "Keel" is de achterzijde van de ravelijn, gericht op het fort zelf en dus niet op de eventuele vijand. |
|
Schets GHIK van de Courtine tussen Bastion 1 en 2. Onderaan opnieuw aanvullende schetsen van Mr Ghislain Mineur. |
|
Schets LM toont ons Bastion 2
|
Het mag meteen duidelijk zijn dat het niet zo eenvoudig is deze gevelschetsen te gaan interpreteren. Daarom zijn onderstaande 3D schetsen van het toenmalige fort allicht wel leuker om zich een duidelijk beeld te vormen van wat er ooit in Gent stond. |
|
|
|
Courtine met toegang tussen Bastion 4 en 5 |
|
|
|
Citadel, de Ravelijn tussen Bastion 4 en 5 . Achteraan zicht op flankeringschietgaten voor deze open strook. |
|
|
Om u een idee te geven Dit zal ongeveer het geschut geweest zijn dat ook ooit te Gent zal in het Fort opgesteld gestaan hebben. Het geeft ons toch een idee van wat het ooit moet zijn geweest. (Foto links: Collectie David Ross - Foto rechts: Collectie Niko Van Kerckhoven) |
Graag had ik bij deze onderstaande diensten willen danken voor het mogelijk maken van deze reportage:
- De diensten Stadsarcheologie en Stadsarchief, beiden gevestigd in "De Zwarte Doos", Dulle Grietlaan 12, 9050 Gentbrugge voor het ter beschikking stellen van de originele kaarten, schetsen en afbeeldingen.
- Beschrijving van de Nieuwe Citadel te Gent - M. Gey van Pittius - De Militaire Spectator - 1842
- Description de la Nouvelle Citadelle de Gand - M. Gey van Pittius - 1843
- De Citadel Van Gent - J. Verschueren - (oude artikels) verkregen via Mr Jos Billen over de verkoop van de terreinen van de Citadel.
- Geschiedenis Citadelpark - 100 jaar Gentse Groendienst - 1985
- Boek "Over de K.L. Ledeganckstraat - Gent" - R. Gardyn - 2005
- Citadelkazerne aan Heuverpoort - Gentse Tijdingen - R. Van Aerde - 1987
- Mr. Ghislain Mineur voor zijn meer dan deskundige uitleg over het originele Citadel en zijn zeer vlotte samenwerking als het gaat over het beschikbaar stellen van documentatie.
- Mr José Dejonckheere voor zijn eveneens gedreven speurwerk in deze materie.
|
|